TOCH EEN VERSCHIL

11 januari 2019

Na lange tijd stilte, is het hoog tijd om weer iets van ons te laten horen. De stilte betekende niet dat er niet gewerkt werd, maar dat er zoveel werk was, dat een blog schrijven erbij inschoot. Hoog tijd om wat te laten horen van het mooie werk wat we mogen doen!

Vorig jaar september zijn we met een kleuterklas gestart in ons ‘Meeting en knowledge center’. Tweemaal per week komen 20 kinderen tussen de 3 en 5 jaar naar school om te leren en krijgen ze ook eten. Ik heb het voorrecht om deze kinderen les te mogen geven. Voordat ik voor de stichting ging werken, heb ik een tijd lesgegeven op een overheidsschool en ik had altijd veel plezier in het lesgeven. Maar nu, met deze kinderen, wat ook een beetje ‘onze kinderen’ zijn, is het toch nog anders. Ik voel een speciale band met deze kinderen.

De eerste dag dat ik deze kinderen les gaf, was geen gemakkelijke dag. Er was niet veel lesgeven bij. Veel kinderen huilden en dat zorgde voor veel lawaai in de klas. Net zoiets als op 31 december in Zeeland, wanneer de jeugd de uitlaat van de brommer afhaalt, zodat de brommer flink lawaai kan maken. Die eerste dagen dacht ik wel eens, waar zijn we aan begonnen? Dit is geen gemakkelijke taak. Maar de kinderen begonnen gewend te raken aan school en aan de leerkracht en ik aan hen. We kregen een band. Het was nu een grote man voor een groep met jonge kinderen. De uitdaging was nu om op hun niveau te komen en hun zorgen, verdriet en humor te begrijpen. Om een vriend voor hen te zijn, een ouder en een leerkracht. Ik kreeg steeds meer plezier in het lesgeven en het omgaan met deze kinderen, ook al verwachtte ik niet dat ze deze eerste 10 weken al heel veel zouden leren. Het was vooral wennen aan school en aan elkaar.

Maar toen we aan het einde van deze periode een evaluatiemorgen met de ouders/verzorgers hadden, was ik verrast! Ze vertelden me dat ze echt al verschil konden merken in hun kinderen. Ik was natuurlijk erg benieuwd…

‘Mijn kind wilde altijd bij me zijn en nooit met andere kinderen spelen, maar sinds hij naar school gaat, is hij regelmatig bij andere kinderen!’

‘Mijn kind vertelt vol trots de Engelse woordjes die hij op school heeft geleerd.’

‘Ik hoorde pas mijn kind het Bijbelverhaal van die morgen navertellen aan zijn vriendjes.’

En één moeder vertelt een beetje beschaamd: ‘Toen we gingen eten, bad ik niet voor het eten, maar mijn dochter zei dat het heel belangrijk is om te bidden, dat had de meester op school verteld!’

Ik was ontroerd toen ik deze dingen hoorde en vond het gewoon een beetje jammer dat het vakantie was. Het lijkt soms zo klein wat we doen, maar toch maakt het een verschil!

We hopen dat we nog veel meer kinderen mogen helpen. Er komen nu 20 kinderen naar school, maar er zijn ook nog heel veel kinderen thuis. Wat zou het mooi zijn, wanneer ook in het leven van die kinderen een verschil gemaakt zou worden!