De hulp van God

15 februari 2022

Eén van de meest bijzondere gebeurtenissen tijdens mijn werk, was het moment dat er geboord werd om water bij het center te vinden. Bij de eerste plaats waar geboord werd, was geen water te  vinden, na al 70 meter geboord te hebben. Ze besloten om het op een andere plaats te gaan proberen. Maar ook dat leverde helaas geen resultaat op. Ze besloten om nog een keer op een andere plaats te proberen. Ik was op dat moment thuis en werd gebeld door één van de projectleiders. Hij riep tegen me: “Baas, we kunnen hier echt geen water vinden, we hebben gisteren de hele dag gewerkt, maar zonder resultaat. Ik denk dat het beter is dat je bij de buren gaat kijken voor een goede plek om water te vinden en vandaar een manier vinden om het in de watertank bij het center te krijgen.” Dat was een beslissing waar ik het helemaal niet mee eens was. Het water was bedoeld voor onze campus en als we het bij de buren vandaan zouden laten komen, zouden er extra kosten komen, waar we helemaal geen geld voor hadden. Ik vertelde hen dat ik eraan kwam. Ze hadden op dat moment al 70 meter geboord, maar er was geen enkel teken van water.

Ik bereikte de plaats en voelde me erg ongelukkig met de situatie. Ik nam het hele team mee naar het kantoor. Daar bespraken welke opties er overgebleven waren. Ze hielden vast aan hun standpunt om het bij de buren te proberen, dat zou de beste optie zijn. Ze legden uit dat ons hele center was omgeven met rotsstenen, waardoor het ontzettend moeilijk was om water te kunnen krijgen.

Na bijna een uur met hen te hebben gesproken, waarbij zij stug volhielden dat we alleen via de buren water zouden kunnen krijgen, vertelde ik hen dat God ons vandaag water zou geven, bij ons center. Ze keken me ongelovig aan en vertelden dat het onmogelijk was en dat ze hier feiten vertelden, niet zomaar onzinnige woorden. Ik realiseerde me toen dat het hele team dat hier gekomen was voor het waterproject, moslims waren. Ik vertelde hen dat, ondanks de  beperkingen van de Corona-regels om afstand in acht te nemen en geen handen vast te houden, we vandaag elkaars hand zouden vasthouden en gingen bidden. Door Gods genade accepteerden ze om de handen vast te houden en te bidden. Na het gebed zei ik: “In Jezus naam, Amen, en iedereen zei amen. Ik vertelde hen dat we terug moesten gaan naar de plaats waar ze aan het boren waren. De motor werd gestart en ze gingen op dezelfde plaats verder met boren.

Ik voelde in mijn hart dat we de Heere zo nodig hadden, en bad: “Heere, we hebben Uw hulp nodig. Deze mensen geloven in een andere god, we hebben hier een wonder nodig”. Plots werd de eerste staaf ingebracht, en werd het teken van de natte grond waargenomen. De volgende staaf werd ook ingebracht en dezelfde tekens werden waargenomen. Toen ze bij de derde staaf kwamen, kwam het water naar buiten en stopte niet meer. Ze schreeuwden en zeiden: “Nee, het is onmogelijk”, en ik riep: “O ja, het is mogelijk met God, we hebben nu water hier”. Toen ze de 90 meter bereikten, zeiden ze dat we nu inderdaad water hebben, maar dat het water uit de rots slechts enkele maanden zal duren en later stoppen. Ik antwoordde hen: “Dit water zal nog jaren meegaan”.

Dit jaar is het tweede jaar sinds dit gat geboord is en nog steeds hebben we elke dag schoon water. De Heere is goed. Onder alle omstandigheden toont Hij Zijn almacht.